Global Art, lezing door Christianne Niesten in Park, 28 februari 2025
Op vrijdag 28 februari 2025 hield Christianne Niesten tijdens de jaarvergadering en jaarborrel een lezing over ‘Global Art’. In 43 dia’s (zie bijlage ‘Global Art’) schetste zij de ontwikkelingen in de kunstwereld sinds de val van de Muur in Berlijn in 1989. Door het wegvallen van censuur in eerst de Sovjet-Unie en later in Rusland en in China werd de kunstwereld verbreed, diverser en internationaler. Andere kunstenaars verwierven naam zoals Gupte, Ai Wei Wei, enz. Daarnaast droeg de opkomst van grote manifestaties als biënnale’s over de hele wereld met eigen thema’s en eigen curatoren ook van buiten het Westen tot een steeds wijdere blik met nieuwe thema’s en beeldtaal.
De tot dan aanwezige nadruk op Westerse musea en westerse, vooral abstracte cq moderne kunst werd vervangen door nieuwe betekenisgeving aan kunst uit andere werelddelen en meer aandacht voor andere collectiviteiten en culturen. Ook globale problemen als ongelijkheid, armoede, kolonialisme, oorlog en milieu kregen meer aandacht, net als diversiteit en gender.
Een kleine internationale groep curatoren speelde en speelt in deze veranderingen een belangrijke rol. Hun rol werd en wordt nog versterkt door de globalisering van handel, financiën en toerisme. Ook de kapitaalkrachtige kunsthandel werd globaal! Met nu een nieuwe wind in de politiek wereldwijd zoals ‘America First’ en ‘Eigen volk eerst’ wordt een terugslag verwacht in deze globalisering en aandacht voor bepaalde thema’s. Gevreesd wordt ook voor een terugkeer van censuur etc. nu politici invloed proberen te krijgen op posities in de kunstwereld. Veel van de nieuwe onderwerpen worden opeens als ‘woke’ betiteld en weggezet.
Met een korte discussie over macht en autonomie, en over esthetiek en betekenisverlening in de kunst werd deze interessante lezing besloten. Een vervolg waard.
André Meijer

Global Art.pdf (7mb)

 

 

 

 

 

 

Wegens grote belangstelling opnieuw geprogrammeerd: Academisch Erfgoed van de Universiteit van Tilburg, vrijdag 14 februari
Het is een zonnige winterse dag als we de campus van de Universiteit bezoeken. De kunstcollectie is omvangrijk, bestaat uit bijna 1000 kunstwerken. Elk kunstwerk heeft zijn eigen verhaal en dat wordt ons verteld door dhr. Pieter Siebers, projectleider.
We starten in het Cobbenhagegebouw in de portrettenzaal, 31 getekende portretten van rectoren magnifici. De tekenaars waren Liesker, Jan Asselbergs en later Paul van Dongen en deze laatste bracht er enige kleur in en bracht het ambtsketen in beeld. Een toonbeeld van een mannenbolwerk. In een hoek van de senaatszaal zien we de portretten van belangwekkende vrouwen van de universiteit. Het ‘mannendenken’ kwam expliciet aan de orde toen bleek dat de architect Bedaux, de ontwerper van het Cobbenhagegebouw, niet had voorzien in damestoiletten in dit gebouw. Bedaux liet zich in zijn ontwerp inspireren door de oude kloostertuinen. De binnentuinen vormen een rustpunt in de bedrijvigheid van de universiteit. In een van die tuinen staat een kunstwerk van Nico de Wit, ‘Schild en Spie’, twee comple-mentaire volumes.
Tussen de bewondering voor gebouwen en kunst door krijgen we ook een beeld van de ontstaansgeschiedenis van de universiteit die nu bijna 100 jaar bestaat. De universiteit is voortgekomen uit de Katholieke Leergangen en had toen de naam Roomsch Katholieke Handelshoogeschool, deze was gevestigd in de binnenstad. De latere naam Katholieke Hogeschool werd in 1969 Karl Marx Universiteit, dat was tijdelijk, maar wel belangrijk voor de ontwikkelingen op bestuursniveau, het haalde de landelijke pers. In 2001 volgt de zoveelste naamswijziging: Universiteit van Tilburg, gesymboliseerd in een levensboom, teken van vrijheid, geflankeerd door twee personen, een met een sleutel , teken van ontsluiting, de ander met een boek, teken van wijsheid. Het Marga Klompé gebouw, het laatste gebouw ligt in een prachtige groene omgeving. Voor het gebouw is vooral gebruik gemaakt van duurzame materialen. Aan de wand hangen prachtige kleden, kleden ontworpen door Jan van den Dobbelsteen, ze zijn geweven in het Textiel Museum. Deze wandkleden hingen voordien in Uden in het gemeentehuis en na de herindeling kregen ze hier een nieuwe bestemming, hergebruik.
De wandkleden van Sigrid Calon in gebouw Cube staan voor drie begrippen, kennis, kunde en karakter. In drie kleuren en met drie soorten garen. Een abstract werk, speciaal omdat er veel internationale studenten zijn. Namelijk figuratieve kunst verwijst eerder naar een specifieke cultuur.
Tot slot nog het verhaal van Herman Brood, hij werd in 1992 uitgenodigd in de Uitpuf, de pluriforme uitspanningsfaculteit, een podium voor discussies en verdieping. Voor een fles whisky maakte hij op linnen (aangeschaft met vooruitziende blik) een kunstwerk. Hij wist alleen dat hij in Tilburg was maar niet waar. Toen hij begreep dat hij was beland op het universiteitsterrein dat in een ver verleden bestond uit heide en zandverstuivingen, noemde hij zijn werk ‘Waar eens de boterbloemen bloeiden’. Het was een geweldige rondleiding, waarvan hier slechts een impressie, met dank aan dhr. Pieter Siebers.
Na 2,5 uur wandelen en luisteren was het goed toeven in het universiteitscafé. Marij Schoonen

 

 

 

 

 


Foto: Jos de Graaf

 

 

 

 

De Pont, bezoek aan de tentoonstelling van het werk van Beatriz Gonzales 12 januari
Met een vol bezette groep begonnen we zondag 12 januari met een rondleiding door de zeer spraakzame gids Caspar Senden. We zagen eerst een werk van Beatriz naar een klassiek werk van Velazquez, dat schilderij van haar leek meer op een abstract werk. Maar daarna een realistisch schilderij van een pasgetrouwd stel dat een bosje bloemen vast hield. Daar zat een gruwelijk verhaal achter, dit stel had na de huwelijksplechtigheid meteen zelfmoord gepleegd door van een brug te springen om de zondigheid in het huwelijk te ontlopen. De man was streng gelovig. Ik keek naar de vrouw en dacht, waar ben je toch in mee gegaan meisje…
Beatriz gebruikt in haar schilderijen vaak foto’s uit de krant die haar raakten. Bij voorbeeld drie vrouwen in een bus met een kistje op schoot. Daar zaten de stoffelijke resten van ter dood gebrachte familieleden in. Dat deze tentoonstelling niet over rozengeur en maneschijn zou gaan was uit de titel War and Peace wel duidelijk. Bij de volgende werken die we te zien kregen was het verhaal erachter ondanks de vrolijke kleuren niet prettig. Een gordijn van 12 meter waarop een herhaalde afbeelding van een groep vrolijk feestende mensen stond geschilderd, naar een foto uit de krant van de dictator Hyala die onaangedaan door de wreedheden van zijn regime lekker stond te borrelen. Die dubbele bodem is vaak kenmerkende voor het werk van Beatriz. Midden jaren 80 schilderde Beatriz als reactie op de ellendige toestand in Colombia veel werken die rouw, verdriet en pijn afbeeldden. Een schilderij van een geknielde naakte vrouw op een begrafeniskist. In sobere beelden met afgebakende kleurvlakken wist Beatriz een staalkaart aan emoties en treurnis af te beelden, soms repetitief als behang uitgevoerd. Ook maakte ze een kopie van Picasso’s Guernica in helder blauwe kleuren op het zelfde formaat, geschilderd op paneeltjes ter grootte van een tegel, zodat het op een keramieken wand leek. De laatste werken van haar waren twee grote doeken, het ene beeldde de Oorlog uit en de ander de Vrede. Een beetje hoop sprak uit deze werken. Na deze tentoonstelling wilde de gids ons ook nog even de tentoonstelling 'Whispers of the Dust' laten zien, sculpturen, tekeningen en video’s die de sociale ongelijkheid van het kastenstelsel weergeven, met name die van de Dalits die helemaal onder aan de sociale ladder staan. Ook iets waar je stil van wordt. Al met al een middag met tentoonstellingen die je lang bij blijven. Adly Lamers

 

 

 

 

 

 


Foto's: Vic Peeters

 

 

 


 


Van Abbemuseum Eindhoven, ‘Soils, de grond van ons bestaan’ 22 november 2024
Met wisselende verwachtingen bezochten 13 leden op 22 november de tentoonstelling ‘Soils, de grond van ons bestaan’ in het Van Abbemuseum in Eindhoven. De verwachtingen waren wisselend alleen al door de naam die het museum heeft: ‘vaak moeilijk’, ‘veel lezen’. Maar ook door de recensies. Een ervan noemde de tentoonstelling “geen vaste grond maar los zand”.
We troffen het, de gids Dieuwke van den Heuvel was zelf een van de exposerende kunstenaars. Wie beter dan zij kon ons uitleggen waar deze tentoonstelling over ging. Dieuwke vertelde ons dat we, volgens de visie van de groep van kunstenaars uit Australië, Indonesië en Nederland, op vier wijzen met onze (geboorte-)grond verbonden zijn: met de aardse grond, met de culturele grond, de gemeenschappelijke grond en met de affectie-spirituele grond (bron: Munir Fasheh). Dat zijn ook de lagen in de zeer verscheiden kunstwerken en in de tentoonstelling. Zichtbaar werden deze lagen door de overheersende aandacht die besteed werd aan koloniale aspecten, aspecten van de klimaatcrises, verschillen in volkenkundige culturen en in politieke en economische geschiedenis ter plaatse. Lang stonden we stil in elk van de tien zalen om met Dieuwke deze lagen in de getoonde kunstwerken te zoeken, te ontdekken en te bediscussiëren. Voorbij kwamen bijvoorbeeld de aardse afdrukken van de Dommel, een smeltende gletsjer, eetgewoonten en huttenbouw in Nederlands-Indië, een Brabantse melkboerderij en 33 stenen als symbool en blijvende herinnering aan misdaden tegen Aboriginals in Australië. Over alle werken werd gediscussieerd, soms in alle heftigheid, want Dieuwke stak haar visie op onze westerse maatschappij niet onder stoelen of banken; de deelnemers die van hen evenmin. Kortom, het bezoek en de rondleiding voldeden aan de verwachtingen: “het Van Abbe was weer moeilijk, maar dan heb je ook wat om nog lang over te discussiëren”, “Het was zeker geen walk over!” en “Er was nog erg mooi werk bij ook!” Kortom, en zeker achteraf, in alle opzichten werd aan onze verwachtingen voldaan. André Meijer

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Museum Bredaphoto Festival, een terugblik, 27 oktober
Dit jaar staat 'de reis' centraal bij het foto festival. Veel vluchtende mensen, veel armoede, weinig humor is wat mij vooral bijgebleven is, de actuele realiteit! De rondleiding vond plaats in Carré Chassé.

  • Sahir Khades, bekend van zijn gesprek met Joris Luyendijk in het VPRO programma Zomergasten, laat zien wat leven en overleven is in de Westelijke Jordaanoever in Palestina.
  • Drieëntwintig kunstenaars brengen op diverse manieren het thema reis in beeld.
  • In de grote kerk onderzoekt Rosângela Rennó de thema’s kolonialisme, geschiedenis en identiteit. De vloer is bedekt met rood tapijt, je loopt langs de marmeren grafplaten van hoogwaardigheidsbekleders die geloof brachten en kapitaal mee terugnamen, zij stelt daarmee de banden tussen Brazilië en Nederland aan de kaak.

Kortom zware onderwerpen, die de ergernissen over de gebrekkige organisatie in het niet laat vallen. We kennen betere edities van het Bredaphoto Festival. Marij Schoonen

 


Verslag busreis naar Antwerpen, zaterdag 5 oktober
Het was even geleden, onze laatste busreis. Om precies te zijn op zaterdag 7 oktober 2018 naar de Verbeke Foundation in Kemzeke (B). En dat terwijl ‘de regel’ is dat jubilea van onze Kunstkring met een busreis gevierd dienen te worden. Maar ja, corona zat ons enige tijd in de weg en de clubkas moet ook het nodige kunnen bijdragen. Op zaterdag 5 oktober j.l. was het dan toch zover. Veertig leden hadden zich ingeschreven voor een kunstreis naar Antwerpen met bezoeken aan het gereconstrueerde Beeldenpark Middelheim en de grote Ensor-tentoonstelling in het recent heropende Koninklijke Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Het weer werkte volop mee, een lekker herfstzonnetje vergezelde ons. Ondanks een langdurige file op de heenweg konden we binnen de resterende tijd nog ruimschoots kennismaken met en genieten van de ruim 250 beelden en kunstwerken in het Middelheim Park, vanaf dit jaar geordend volgens zes thema’s zoals Versmelting, Bewegingen of Stadswildernis. Gelukkig hielp een ter plekke verkrijgbaar gidsje ons onze weg te vinden in dit enorme park. Want wie wil ‘Het zotte geweld’ (1912!) van Rik Wouters nu niet zien als het een keer kan?! De belangrijkste gedeelde conclusie was: “Er is zoveel moois te bewonderen, hier moeten we echt een keer naar terug!” Het volgende doel was de breed aangekondigde grote tentoonstelling in het KMSKA over James Ensor (Oostende, 1860-1949) onder de titel ‘Ensors stoutste dromen; het impressionisme voorbij’. In anderhalf uur werden we door kundige gidsen geleid langs de artistieke evolutie van Ensor als België’s grootste vernieuwer en grensverlegger van de moderne kunst. Vele van zijn meesterwerken hingen bovendien naast werken van Monet, Manet, Munch en Renoir, schilders die hem zichtbaar hebben geïnspireerd. Heel duidelijk werd hoe hij gaandeweg steeds meer lak had aan conventies etc. en de gevestigde orde graag tartte met zijn vaak provocerende schilderijen, tekeningen, etsen, muziek en heel veel maskers. Wat bijvoorbeeld te denken van het schilderij van de oestereetster Dat schilderij (1882) mocht lang niet vertoond worden omdat dat niet kon, een vrouw afbeelden die in haar eentje oesters eet en volop wijn drinkt! En zo nog tal van voorbeelden, waaronder de bekendste, ‘de Intrige’ (1890), waarin een eenvoudige vrouw aan een voorname man haar (dode?) kind toont. “Weet wel dat die van jou is”, lijkt ze te willen zeggen. En alle figuren in dit schilderij dragen onderwijl maskers.Vol impressies vervolgde de groep de middag met een wandeling naar het oude stadscentrum. Ieder in eigen tempo en indien gewenst langs tweeëntwintig aan Ensor gerelateerde etalages. Daar kon eenieder naar eigen behoefte volop genieten van vooral de talrijke cafés, terrassen en eethuizen. Moe maar voldaan bracht de bus ons tenslotte om acht uur, en nu wel binnen een uur, weer naar Tilburg. De hoofdconclusies van deze dag waren: “Zeer de moeite waard!” en “Wanneer is het volgende jubileum?" André Meijer

Aan de volgende fotoselectie is o.a. bijgedragen door Maria van Ewijk, Johan Brosens, Elly van den Dobbelsteen, Marij Schoonen, André Meijer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


'Museum van Bommel van Dam Venlo, de Kunst van het Geven
DOp zondag 26 mei trokken 15 leden naar Venlo om in het verbouwde oude hoofdpostkantoor – een rijksmonument - de zgn. verzameling van Mulukom, aangevuld met werk uit depot van het museum, te gaan bekijken. In 2022 schonken Lily en Henk van Mulukom namelijk (in fasen) hun collectie naoorlogse kunst aan het Museum van Bommel van Dam. Deze collectie bestaat uit meer dan 100 kleurrijke en expressieve kunstwerken. Het zijn voornamelijk schilderijen, maar ook ceramiek en sculpturen, elk kenmerkend voor of de Cobragroep, of de zgn. Limburgse kunstenaars die naar Amsterdam zijn getrokken, dan wel de vertolkers van de Nieuwe Figuratieve stroming, schilders die na een abstracte periode een zekere mate van figuratie terugbrachten in hun werk.
Onze gastvrouw, mevrouw Schreurs, begon met ons de herkomst en grote betekenis van deze collectie voor het museum in Venlo te duiden, om vervolgens snel onze voorkennis van de drie stromingen te toetsen. “Welk kunstwerk van deze drie (zie foto op de volgende pagina) hoort bij welke stroming?” Die vraag bleek voor de aanwezige leden van Kunstkring de Opening geen enkele opgave. Meteen goed!! Daarna volgde een uitgebreide kennismaking met het vertoonde werk.
De curator had elke stroming een eigen achterwand gegeven: Cobra een blauwe, de Limburgse Amsterdammers een groene en de Nieuwe Figuratieven een paarse. Daartussen hingen nog tal van werken tegen een witte achtergrond omdat zij in stijl bij een bepaalde stroming behoren terwijl de kunstenaar zelf er geen lid van was. Een goed voorbeeld daarvan zijn Lotti van der Gaag en Pearl Perlmuter, die in Cobrakringen verkeerden maar er formeel geen lid van (mochten) zijn.
De tijd voor de rondleiding vloog voorbij. Een feest van herkenning, van tal van bekende namen en stijlen van de naoorlogse generatie kunstenaars in Nederland.
In willekeurige volgorde: Appel, Lucebert, Constant, Brands, Elias, Sierhuis, Pedersen, van der Gaag, Perlmutter, Theys, Raveel, Alechinsky, Gear, Dieteren etc. etc.
Allemaal namen en kunstwerken waarmee destijds in de jaren zestig, zeventig en tachtig onze eigen belangstelling voor moderne kunst ontwaakte.
Daarnaast bezochten de meesten van ons twee andere tentoonstellingen in hetzelfde gebouw: Intensive Care van Tirzo Martha, en Schoonheid van Machteld Schoep. Vooral de eerste ontving uiteenlopende reacties, niet alleen omdat nagenoeg alles in deze tentoonstelling monochroom wit is, maar vooral “omdat de beeldtaal en de materialen geheel van deze tijd zijn” (citaat Marja van Reijen). Martha wil zo intense indrukken, opgedaan tijdens zijn ziekbed in ziekenhuizen, omzetten naar maatschappelijke problemen die de natuurlijke groei van de mensheid verhinderen: afval, chaos, kapot bouwmateriaal etc.
Machteld Schoep -in Venlo geboren- was bij leven fotografe bij het bekende architectenbureau Mecanoo. Haar foto’s tonen een bijzonder gevoel voor schoonheid en humor in het alledaagse. Eveneens zeer de moeite waard. Andre Meijer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Op bezoek bij Laure Prouvost in het De Pont
De stortbuien buiten trotserend, bezochten wij op 24 april met een volledige groepsbezetting de tentoonstelling van het werk van Laure Prouvost. Onze rondleidster Nicole gaf eerst wat informatie over Laure en haar fascinatie met haar grootouders. Vrijwel alle werken zijn geïnspireerd of opgedragen aan haar opa en oma. Opa was verdwenen tijdens het graven van een tunnel van Engeland naar Afrika, dat deed hij alleen en opeens was hij weg (zoiets kan in de wereld van Laure). Laure had voor hem als nagedachtenis een maquette gemaakt van een museum, dit was de aanzet tot haar eigen werk. We zagen onder andere een filmpje waarin haar oma aan een touw uit een vliegtuig springt en daarna vleugels krijgt en rondvliegt. Oma hield van vrijheid en wilde altijd graag kunnen vliegen. Omdat alles mogelijk is in het werk van Laure, zagen wij een vrouwenfiguur dat doen. De rondleidster vertelde dat als Laure gevraagd werd of iets echt is, het antwoord steevast is: May Be. In een ander filmpje sprak een kleinkind haar oma (die kennelijk al heel oud was) toe over het hedendaagse leven, in een opsomming zoals: met het vliegtuig kunnen we in twee uur in Japan zijn, als we honger hebben dan bestellen we eten via onze telefoon en dat komt dan snel. We zijn voortdurend in contact met iedereen en kunnen alles opzoeken wat we willen weten. Ook is er artificiële intelligentie zodat we niet meer zelf hoeven nadenken. Voor iemand uit een andere tijd moet dat niet te bevatten zijn. Stel je eens voor hoe je eigen voorouders zouden reageren op alles wat wij nu hebben, kunnen en doen. Laure is afkomstig uit een textielfamilie en heeft ook prachtige kleden gemaakt met bijvoorbeeld een tekst over vogels die 10.000 kilometer rechtstreeks naar hun einddoel vliegen, daar hebben wij Google Maps voor nodig. Toch zit dat in zo’n klein vogelkopje. Laure laat ons ook zien dat wij slordig met onze wereld omgaan waardoor de dieren en planten te lijden hebben. Haar fantasie heeft geen grenzen. Ook met taal speelt zij, Front Tears kan bijvoorbeeld ook Frontiers zijn. Na afloop van de rondleiding was er nog gelegenheid om wat rond te dwalen in de tentoonstelling en je te blijven verwonderen over deze ongebreidelde fantasie. Adly Lamers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Aan de rand van de hemel – Visioenen, Museum Krona
De tentoonstelling ‘Aan de rand van de hemel – Visioenen’ verbindt middeleeuwse heiligen met werk van hedendaagse vrouwelijke kunstenaars uit binnen- en buitenland. Het laat zien hoe visioenairs al eeuwenlang het leven perspectief geven.
Museum Krona bevindt zich in een vleugel van de abdij Marie-Refugé, dat nog steeds is bewoond door de zusters Brigittinessen. De orde van de H. Brigitta heeft zijn oorsprong in Zweden. Omdat openlijk vertoon van katholicisme niet langer werd toegestaan moest de Orde het oude klooster in Rosmalen verlaten en verhuisden zij in 1713 naar de abdij in Uden.
Museum Krona bevat een zeer rijke collectie religieuze kunst. In 1973 is het museum gesticht als Museum voor Religieuze Kunst. Door terugloop onder de zusters kon het museum zich vestigen in de Brigittijnse Abdij. Dit was tevens het moment dat een groot aantal beelden, ooit uit armoede verkocht aan het Rijksmuseum, weer terugkeerden in langdurige bruikleen. Na de verbouwing van 2019 heet het Museum Krona. De naam Krona is Zweeds voor kroon, en is genoemd naar de hoofdbedekking van de sluier van de zusters, een soort kroon met witte banden met op uiteinden daarvan rode stipjes die het bloed van Christus symboliseren.
Visioenen zijn van alle tijden. In de tentoonstelling wordt dit weergegeven in het werk van 26 louter vrouwelijke kunstenaars. Paralellen worden getrokken van Hildegard van Bingen via Jeanne D’ Arc en Bernadette van Lourdes naar het heden zoals bij Greta Thunberg. Naast oude schilderingen, miniaturen en prachtig verfijnd houtsnijwerk van onder meer de Meester van Koudewater (15e eeuw), zijn er de hedendaagse werken, soms ingetogen of uitbundig. Zoals de enorme mantel van Emma Talbot “how is your death so inconcievable” naast 15e eeuwse miniaturen uit een getijdenboek “Birgitta schrijft aan haar Revelations”. De ‘ogen’ van Ulrika Rehm op tegenovergestelde wanden, een enorme ossenkop van brons van 140 kg met in zijn voorhoofd een kijkglas. Verder vele textiele kunstwerken, interactieve installaties, een geurervaring en filmbeelden die je doen glimlachen of soms doen huiveren. Daarnaast in de ontvangstruimte nog de getijdenklokken van Guido Geelen.
Een mooie interessante tentoonstelling, en een kundige gidse die alle tijd nam om ons rond te leiden. Goed om (weer) eens kennis te hebben gemaakt met museum Krona. Elly Dolman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


'Kiss My Soul - Hemelse & Aardse Liefde in de Hedendaagse Kunst' in het Dordrechts Museum
Er waren twee tentoonstellingen, namelijk de overzichtstentoonstelling van Evelyn Taocheng Wang en de grote tentoonstelling: 'Kiss My Soul - Hemelse & Aardse Liefde in de Hedendaagse Kunst'. Ik wil me beperken tot de laatste. Degene die de rondleiding gaf deed dat met zoveel uitleg en vertelde over achtergronden en vergelijkingen en heel veel meer informatie. Het was een hele grote tentoonstelling en niet alles kon aan bod komen. Een kleine herinnering aan wat we te zien kregen en wat er besproken werd. Er was geen catalogus verkrijgbaar, alleen een extra uitgave van De Groene Amsterdammer.
Het eerste schilderij was van Ary Scheffer (1795-1858). Dit is Dordrechts kunstheld. Hij bezocht in Parijs de Ecole des Beaux Arts met Gericault en Delacroix. Hij werd een alom bekend kunstenaar in Parijs. Op het schilderij de Hemelse en Aardse liefde zien we twee vrouwen afgebeeld, de ene naakt met een rode mantel op haar knieën en een wulpse blik naar boven en rode wangen verbeeldt de aardse liefde, dat is duidelijk. De hemelse liefde draagt een zedig witte toga, haar hoofd bedekt en ze wijst met haar vinger naar de blauwe hemel. De rondleider laat ook afbeeldingen zien waarop die figuren in andere tijden werden weergegeven, onder andere een geboorte van Venus die naakt uit het water komt en glad en klassiek is geschilderd en daarna de Olympia van Manet, een courtisane, zelfbewust en intellectueel en van een hoog niveau in de samenleving. Ook een ideaalbeeld.
Hadassah Emmerich’s Bodyscape is een horizontaal schilderij van een reeks ietwat abstracte vagina’s, heel decoratief maar een reeks die een mooi ritme heeft. En dan ligt daar een Dame van textiel languit op de grond en rustend op haar ellebogen met een enorme curve aan lange benen die in allerlei kronkels krullen en eindigen op twee stevig op de grond staande voeten. Ode aan de benencultuur. Charlotte Schleiffert, Vrouw in de natuur, botanische tuin. Jules Kraayer, Boom/Vrouw/Boom. Tekeningen in houtskool. Dan was er `n wonderlijk beeld in zwart materiaal, een kruipende figuur, vol met stekels en de tong uit de mond. Indrukwekkend, angstaanjagend, fascinerend. En we liepen langs Ferdi. Toen ik nog jong was had Ferdi een geweldige status en bekendheid. Dat was iets. We liepen er langs en ik was weer geraakt door de herinnering aan toen.
Natasja Kensmil, twee schilderijen in grijze tinten en zwart geschilderd. Het zijn Johan de Wit en zijn echtgenote Wendela Bickers. Ze staan met de rug naar elkaar. Wel herkenbaar aan de kleding en uitrusting als zijnde van die tijd. Dan is het even de geschiedenis in de herinnering halen uit een grijs verleden. Rondom hangen wapenschilden. Verder ook nog beelden van Henk Visch. Maar we staan dan ook voor een enorme kruisafname. Heel hoog een stuk van het kruis en daaronder een grote staande naakte Johannes en aan de andere kant een zittende, treurende naakte Maria en over Jezus heen gebogen een naakte Maria Magdalena die Jezus op een bijzondere manier streelt. Het is de naakte waarheid, men treurt en men heeft lief. Dan aan de muur drie grote hoge panelen van Marlène Dumas over de nymf Kora als een priesteres of als een schilder tegenover zijn doek, zo is de houding. Het derde paneel laat zien dat Kora afscheid neemt van haar geliefde, maar zijn schaduw tekent op de muur zodat zij hem altijd bij zich heeft. Lily van der Stokker heeft een groot paneel roze geschilderd met veel krullen en slingers en dan met de tekst: PURE LOVE. En omdat ik moe was ging ik even in een donker hokje zitten en zag daar nog een mooie animatiefilm. Dat was goed uitrusten. Een hele veelomvattende tentoonstelling waarvan we maar een fractie gezien hebben, maar een heel goede uitleg kregen met heel veel achtergrondinformatie. Marja van Reijen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 


 

Bezoek Provinciehuis ’s-Hertogenbosch op 1 september 2023
Een mooie opkomst van 25 leden. We worden ontvangen met koffie of thee en worstenbroodjes of Bossche bollen voor de liefhebbers. De groep wordt in tweeën gesplitst, onze gids is Geert Kilwinger die ons verschillende aspecten van het Provinciehuis zal tonen: het gebouw van architect Maasland uit 1970 en de kunst die er hangt. Onze enthousiaste rondleider neemt alle tijd om zo veel mogelijk te laten zien en veel vragen te beantwoorden.
In de kantine hangt een groot reliëf van Karel Appel uit zijn laatste periode. Verder zien we een grote collectie wandtapijten uit de jaren 70 tot 90 van onder meer Madelein Boscher, Wil Fruitier, Herman Scholten, Pieter Wiegersma en Ria van Eijk. De meeste wandtapijten zijn geweven in Nederlandse handweverijen zoals de Uil en het Nederlands Textielmuseum.
Het grootste wandtapijt hangt in de Bois le Duc zaal en is van Magdalena Abakanowicz, het is 7 bij 22 meter groot.
We zien de Statenzaal met de (dubbeltjes)deur van Toon Slegers (deze naam vanwege de bijdragen van de Brabantse bevolking aan het gebouw) die de zaal kan afsluiten en draait op een middenspil met kogellagers. In deze zaal zien we ook diverse portretten en beelden van de Koninklijke familie.
Verder ging het naar de 23ste etage met een prachtig uitzicht op de omgeving. Hier waren wanddecoraties te zien van Reinoud van Vught met als inspiratiebron de moerasgronden rondom het Provinciehuis. Terug op de eerste etage zagen we nog glaskunst van Maria Roosen en een hangende textielsculptuur van Sheila Hicks.
Als laatste kwam de oude atoomkelder aan bod die nog zoals het in de jaren 70 tijdens de koude oorlog was ingericht met controlekamers, slaapzalen etc. Griezelig maar verouderd. Al met al een heel geslaagde middag. Gerrie Peeterman / foto's Vic Peeters en Gerrie Peeterman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 

 

Jenny Ymker over de zoekende mens
Op 6 oktober bezochten we de jubileumexpositie ter ere van het tienjarig bestaan van Park aan het Wilhelminapark. Er waren veel leden en de sfeer was geanimeerd. Eerst was er gelegenheid om de tentoonstelling te bekijken.
Daarna hield Jenny Ymker, een van de kunstenaars, een boeiend verhaal over haar werk. Jenny is eind jaren negentig begonnen als beeldhouwer. In die tijd werd dat ruimtelijk autonoom vormgever genoemd. Na een aantal jaren in de kunst is ze in de zorg gaan werken. Het werken met mensen met dementie gaf haar het inzicht dat wij onze verhalen zijn. Als iemand alles vergeet dan verdwijnt hij langzaam. Dit bracht Jenny ertoe om verhalen te gaan vertellen met haar kunst. Deze verhalen laten veel ruimte voor eigen invulling. Haar kunstwerken zijn onder andere wandtapijten, lichtbakken en filmloops.
Het hoofdthema in haar werk is ‘de zoekende mens’, in essentie is ieder mens alleen, maar ook humor en het absurde spelen een rol. Het maakproces is heel intensief, Jenny maakt foto’s en werkt samen met een weverij in België. De artistieke foto’s zijn steeds de basis en daar wordt lang aan gewerkt. Jenny werkt als een regisseur die een voorstelling maakt. In iedere foto beeldt Jenny een scene uit en speelt zij onherkenbaar de hoofdrol. Dit levert bijzonder mooie beelden op. Vervolgens worden er veel proefstukken geweven voordat de definitieve wandtapijten klaar zijn. De wandtapijten worden dan vaak nog met de hand ingekleurd. Op de tentoon-stelling waren ook lichtbakken en een filmloop te zien. De weeftechniek en de techniek van de lichtbak maken de afbeelding zachter dan op de foto. Bij de aanwezigen riepen ook bekende landschappen herkenning op zoals bijvoorbeeld de boom met serpentines in de Drunense duinen. Jenny Ymker exposeert regelmatig en het is zeer de moeite waard om eens te gaan kijken. Na deze pakkende inleiding bekeken we de kunstwerken nogmaals, maar nu met andere ogen. En toen was het tijd voor de jaarborrel met lekkere hapjes. Ook deze was zeer geslaagd en een gezellig en mooi begin van het nieuwe jaar van de Kunstkring. Dorien van de Pas / foto's Vic Peeters

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 

 

 


Bezoek aan het De Pont: Westkunstmodelle 1:1 van Thomas Schutte, zondag 12 november
Wij troffen bij deze rondleiding een levendige rondleidster die, hoewel afkomstig uit Litouwen, bewonderingswaardig goed Nederlands sprak. Ook gaf zij aan dat zij niet alleen de groep van informatie wilde voorzien bij het tentoongestelde, maar ook regelmatig de groep zou bevragen wat zij er nu over dachten. Na het bekijken van een aantal maquettes in de kleine wolhokjes vroeg zij of wij ons konden vinden bij de namen van deze maquettes, bijvoorbeeld ‘Vogelhokjes’ bij een kleurig meerlagenbouwsel. Daarna bekeken we twee grote houten bouwsels en vroeg zij welke gedachten deze opriepen. Het leken op het eerste gezicht op kleine huisjes met verdiepingen en een groot rond raam. In werkelijkheid waren het maquettes van een luchtverversingssysteem. Schutte zet je met zijn kunst vaak op het verkeerde been. In de grote zaal stonden de drie Westkunstmodelle die nog nooit eerder op volledige grootte waren uitgevoerd. Hoe kwamen die nu hier? De directeur van de Pont kwam op bezoek bij Schutte om over een mogelijke tentoonstelling te praten. Schutte gaf toen aan dat hij deze Westkunstmodelle die al 40 jaar oud waren toch graag eens op ware grootte tentoongesteld wilde zien. En zo gebeurde het, een model genaamd Schiff kon met een trap beklommen worden, een ander model Kiste was een houten constructie waaronder je schuilen kon en de derde was het model van een theaterpodium waarvan de rondleidster een leuke groepsfoto heeft gemaakt. In de grote zaal hingen ook een aantal grote langwerpige kleurige houtdrukprints met architecturale afbeeldingen. Daarna bekeken we een model van het privémuseum van Schutte, de Skulpturhalle in Neuss vlak bij het Raketenstation bij Insel Hombroich. Het dak van de Skulpturhalle bleek gebaseerd te zijn op een ‘pringle-chipje’. Typisch iets voor Schutte. Al met al een boeiende rondleiding en een verlangen om ook eens daar te kunnen rondkijken. Adly Lamers / foto's Vic Peeters en Adly Lamers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 

 

 

 

Bezoek aan Depot Boymans van Beuningen Rotterdam op 9 juli
Een mooie wandeling vanaf het station naar Het Depot. Ineens zie je een prachtige reflexie van de stad Rotterdam in de ronde spiegelwand van het gebouw. Binnen in de ontvangsthal is het wat kaal en sober en een beetje rommelig. We krijgen een wit schort aan en een blauwe sjerp. Daar gaan de slagers. Eenmaal binnen in de grote hal word je overdonderd door een geweldige hoeveelheid trappen en liften. Hele grote lange trappen, het lijkt wel een prent van Piranesie. Verwacht niet dat je een tentoonstelling ziet zoals in een in museum waar de kunst keurig geselecteerd aan de wand hangt.
Soms sta je op het dak van een glazen kubus en zie je onder je voeten mooie vazen staan. Schilderijen hangen er wel aan de muur, maar in geen enkel verband. Onze rondleidster vond het belangrijk dat we zelf meedachten. Niet passief luisteren, maar ook commentaar geven. Ze bracht ons naar een gang waar de restauratieateliers waren. In een ruimte waren rekken met allerlei voorwerpen en een rek was vol met stoelen. ”Wat is dit? Waar gaat het over?” Materiaal, functie en dergelijke werden geopperd. Een stoel bestond namelijk uit takken van een boom. Maar… die takken waren zo geleid door mensenhanden dat ze de vorm van een stoel hadden gekregen. Dat duurt jaren.
Dan een zaal vol schilderijen, hangend en staand in de ruimte en uit allerlei tijdperken. Heel divers van vroege Middeleeuwen tot hedendaags. De vraag: “Welk schilderij zouden jullie samen kiezen voor een vakantiehuis?” Nu is een groep al heel divers en een vakantiehuis heeft een bepaalde functie en uitstraling. Een heel stel mensen kozen voor Kandinsky`s Vliegend Paard. Anderen kozen voor een wat zwaarder schilderij met een mysterieus licht in de verte. Een mooi schilderij, maar wel wat heftig voor een gezamenlijk vakantiehuis. ‘Gezamenlijk’ en ‘vakantiehuis’ was het uitgangspunt.
Later stonden we op het dakterras. GEWELDIG om de stad tot diep in het hart te zien. Grote gebouwen, dicht op elkaar (vanaf het dak gezien). Ik houd van deze stad (persoonlijk). Loop je wat verder rond dan kijk je in een ander stadsdeel, oudere en lagere bouw. Hoewel, het waren grote patriciërshuizen met wel een paar verdiepingen, maar geen wolkenkrabbers. Je kunt helemaal rondlopen op dit dakterras, er groeien bomen, grassen en er staan spiegels. Weer neergedaald met een van die vele grote liften staan we uiteindelijk met twee voeten op de begane grond en lopen terug naar het station voordat het noodweer los barst.
Marie-Louise Elias

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 

 

 

Bezoek aan Biënnale Heilige Driehoek Oosterhout op zaterdag 10 juni 2023
De biënnale in Oosterhout voelde een beetje als thuiskomen. Opnieuw die prachtige plek oprijden, dezelfde entree, dezelfde ontvangst met Maarten Baars’ trapveldje. Opnieuw die hoge verwachtingen, maar nu op ervaring gebaseerd. Alleen het thema is anders. Dit jaar is het ‘Geloof’, de vorige thema’s Hoop en Liefde volgend. In krantenrecensies alsook in de beschikbare publieksgids leidt dit thema, 'geloof', al meteen tot discussies. En zo was het ook in onze groep: wat versta je eronder? En wat moet je ermee? In de publieksgids wordt het thema vertaald in ‘vertrouwen en overtuiging’. Dat is wat de kunstenaars willen overbrengen. Al discussiërend konden we ons daarin vinden. We besloten het thema te laten rusten en te genieten van de gepresenteerde kunst. En die was er volop (ook al konden we tijdens de vooraf onder andere Wessel Verrijt, Fran van Coppenolle, David Bade en Delphine Courtillot. Zij werken, lijkt het, vooral intuïtief met hun gevarieerde materiaal om hun gedachten uit te beelden, terwijl bijvoorbeeld Ine Vermee, Dre Wapenaar, Frans Havermans en Rick van Meel hun werk meer of vooral vanuit een ontwerp en bijna architectonisch of industrieel vorm hebben gegeven. Spannend was ook de geschilderde zuil van Romee van Oers in de voor het eerst geopende tuin van de Onze Lieve Vrouwe Abdij. Twee gekromde en overlappende doeken vormde ze tot een zuil en beschilderde ze met groene, gele en blauwe pigmenten in krachtige streken. Mooi. Veel discussie leverde de tekenfilm van de in Tilburg bekende David Claerbout op. Noch het werk zelf, noch de onderliggende idee, kreeg de lof die hij in de Pont zo vaak kreeg. Daartegenover oogstte het werk ‘Love Grave‘ van Ghada Amee grote bewondering. Zij geeft met het woord ‘LOVE’, op grafdiepte en in zwart uitgegraven, in 2023 opnieuw antwoord op een oorlog - nu in Oekraïne - die vooral dood en leegte brengt.
De kunst binnen hebben we dus moeten overslaan tijdens de uitgebreide rondleiding. De hitte (+30 graden) en de koelte van het overdekte bomenterras deden ons na dik twee uur vooral snakken naar een koud pilsje. Maar individueel hebben we dat op een ander moment zeker ingehaald, schat ik. Onder andere Anne Genen, Fiona Tan, Ann Veronica Janssens zijn te grote namen om zomaar te laten lopen. De aantrekkelijke locatie dichtbij Tilburg en het al bekende werk hebben de keuze voor een tweede bezoek zeker makkelijker gemaakt. André Meijer

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters

 

 

 

Bezoek aan Makersgeheimen 2e editie in het Textiellab van het Textielmuseum op 21 mei
Op de bovenverdieping van het Textielmuseum werden wij door de rondleidster langs bijzondere en heel verschillende werken van een 10-tal kunstenaars geleid. We kregen uitleg over het gebruik van passementen vroeger, ze werden onder andere bij meubels gebruikt om de naden te bedekken en nu dus om een groot kunstwerk van te maken. Een oude techniek in een nieuw jasje gestoken. Bij de andere kunstwerken kregen we uitleg over hoe ze tot stand waren gekomen, welke technieken er gebruikt waren en dat vaak ingewikkelde computerprogramma’s onmisbaar zijn bij de uitvoering daarvan. Het was ook ptettig, dat we bij een aantal kunstwerken ook aan losse proefstukjes mochten voelen, iets dat je bij textielwerk toch haast onbewust doet en haast nooit mag. Bij de grote bijna fotografisch uitgevoerde wandkleden konden we aan de achterkant zien hoeveel verschillende kleuren draden er in verschillende combinaties gebruikt waren om dit tot stand te brengen. Wat zouden de vrouwen die vroeger jaren werkten aan die grote gobelin kleden hiervan hebben opgekeken. Nu werd dit vroegere precisie handwerk perfect door een computer uitgevoerd. Duivelswerk hadden ze misschien wel gemompeld. Bij een tuftwerk in wording, een techniek die wel handmatig wordt uitgevoerd konden we zien hoe deze techniek werkte. Op de benedenverdieping zagen we hoe voor de gordijnen voor het Koninklijk Huis de grotere afbeeldingen ook door borduurmachines heel precies werden uitgevoerd. Na afloop van de rondleiding werd nog de mogelijkheid geboden om op eigen houtje de tentoonstelling Koninklijk Borduren te bezoeken. Adly Lamers

 

 

 

 

 

 

 

 


Foto's Vic Peeters en Adly Lamers

 

 

 

Bezoek aan museum De Pont de tentoonstelling van Raphaela Vogel, 26 februari 2023
Met een vol bezette groep gingen we met de rondleidster van De Pont op pad naar het eerste kunstwerk van Raphaela, dit riep meteen al veel vragen op. We zagen een groot orgaan op een karretje dat voortgetrokken werd door een span witte skeletten van giraffen. Het orgaan was een anatomisch model van een penis met allerhande kwalen en het werk heette Können und Müssen. Zo te zien was er van Können met al die kwalen niet meer zoveel mogelijk. Dat levert een probleem op met het Müssen. Mogelijk wilde volgens de rondleidster Raphaela hiermee het einde van de mannelijke dominantie uitbeelden en droegen de giraffen het beeld ten grave.
Daarna kregen we in de grote zaal een aantal verweerde schaalmodellen te zien van iconische bouwwerken als de Arc de Triomphe en de Tower Bridge, die Rapaela Vogel had aangekocht van een verlopen pretpark. Hier stelde Raphaela de oude westerse idealen ter discussie. Op een groot beeldscherm filmde Raphaela zichzelf wanneer ze in een hijskraan klimt.
Ook bij alle volgende kunstwerken, waaronder een serie beschilderde lappen leer, was een toelichting van de rondleidster echt wel nodig. Of je moet minimaal goed het informatieboekje lezen dat bij deze tentoonstelling te verkrijgen is. Saai was deze tentoonstelling in ieder geval niet, het was een overrompelende kennismaking met aan alle kanten vragen oproepend werk van een kunstenares die met haar ideeën een eigen wereld weet te scheppen. Adly Lamers

 

 

 

 

 

 

 


 

Bezoek aan het Van Abbe Museum, de tentoonstelling Dwarsverbanden, 26 maart 2023
Dwarsverbanden is een tentoonstelling waarin nieuwe aankopen voor het eerst in het museum worden getoond. Het werk Guess Who’s Coming To Dinner Too? is in 2021 door vier Nederlandse musea gezamenlijk aangekocht, waaronder het Van Abbemuseum. De tentoonstelling Dwarsverbinding: Patricia Kaersenhout bij het Van Abbemuseum bestaat uit één van deze vier driehoekige tafels, waar vijftien vrouwen een plek aan krijgen. Er wordt nog gewerkt aan de borduursels op de tafels.
Hier geeft ze zwarte vrouwen en vrouwen van kleur een plek. Allemaal verzetten deze vrouwen zich in hun levens tegen onderdrukking en ongelijkheid.
We zijn begonnen bij de modernen waar we in een afdeling terecht kwamen met louter zwart-wit beelden. Van zowel Iris Kensmil, mooie portretten onder andere van Angela Davis en een ronde fotocollage van vrouwen die in Joegoslavië in het verzet een rol hebben gespeeld. Naar hen zijn geen straten vernoemd, wel naar mannelijke partizanen.
Hier geeft ze een eerbetoon aan deze vrouwen, oude foto’s gestoken in een nieuw jasje.
De portretten van Marlene Dumas zijn ook indrukwekkend, vrouwen die niet mooier gemaakt zijn. We hebben verschillende interpretaties van kunstenaars gezien die de maatschappij kritisch bevragen en ons voor veel vragen stelden maar ook veel bewon-dering opwekten. Bijvoorbeeld Forest Camouflage uit 2017 door Qiu Zhijie.
Een prachtige geweven kleed van Mercedes Azpilicueta ‘The Captibe: Here’s a Heart for Every Fate’, het verbeeldt de geschiedenis van een mythe over de kolonisatie van Argentinië. Een overweldigende tentoonstelling waar je wel verschillende keren naar toe moet om het allemaal op je in te laten werken. Marie-Louise Elias

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Bezoek bedrijfscollectie AkzoNobel Art Foundation, 12 oktober 2022
Op een zonnige woensdag waren we met 23 belangstellenden te gast bij AkzoNobel voor een bezoek aan de jubileumtentoonstelling ‘ALL EYES’ in de Art Space van het hoofdkantoor in Amsterdam. In de collectie, die 2000 werken omvat, zijn gevestigde kunstenaars en jong talent uit binnen- en buitenland aanwezig. Het hoofdthema is ‘kijken en bekeken worden’. Onderwerpen die nu wereldwijd aandacht vragen, zoals de opwarming van de aarde en de uitputting ervan, Black Lives Matter, positie van de vrouw, etc. zijn terug te vinden in de collectie. Speciaal bij de rondleiding was dat we met ons drankje gewoon rond mochten lopen en dicht bij de werken komen. We werden langs enkele highlights geleid. De mens in al zijn verscheidenheid staat centraal in de werken langs de hoofdroute. Links en rechts daarvan vind je werken die weer andere onderlinge verbindingen hebben. Voorbeelden hiervan zijn de aarduitwrijvingen van Herman de Vries (from earth, 16 parts; 2015) die monsters aarde, afkomstig uit de hele wereld, op papier uitwrijft zodat er kleurige pigmentvlakken ontstaan. De verschillende pigmenten tonen de rijke verscheidenheid van de planeet. Het resultaat heeft relatie en gelijkenis met een werk van Anish Kapoor (Untitled; 1995) dat elders in de Art Space te vinden is. Kapoor blaast pigmentpoeder op papier met eveneens kleurvlakken als resultaat. Een onderzoek naar en pleidooi voor natuurlijke pigmenten is te vinden bij Sophie Steengracht (Roots Rise Bloom Fall Wilt; 2020), die ze haalt uit haar zelfgekweekte bloemen. Hier zien we dezelfde relatie tussen aarde-verscheidenheid-pigment-verf. Een ander voorbeeld van onderlinge verbinding is te vinden bij Julien en Nkanga. De video still van Isaac Julien (Stones Against Diamonds; 2016) toont een ijsklomp die door twee handen wordt vastgehouden, een verwijzing naar de door toedoen van de mens smeltende ijskappen en gletsjers. De kunstenaar wil duidelijk maken dat ijs (= water) kostbaarder is dan goud. Het is een metafoor voor de opwarming van de planeet.
’Uitputting van de aarde’ maar ook ‘uitbuiting’ wordt indringend verbeeld door een fotografisch werk van Otobong Nkanga (In Persuit of Bling; 2014). De kunstenaar houdt een blokje mica voor haar mond. Deze grondstof is gevaarlijk voor de gezondheid en wordt gedolven (aarde) door Afrikaanse arbeiders (uitbuiting) en wordt onder andere gebruikt in cosmetica. Dit feit zorgde voor een korte discussie in de groep over bewustwording: weten waar de spullen die je gebruikt vandaan komen. Beide werken verbeelden de omgang van de mens met elkaar en met de aarde. Bijzonder was de pietà van Buhlebezwe Siwani (Isikhumbuzo 2021; 2021) gemaakt van groene zeep. Het werk is gebaseerd op een jeugdherinnering van de kunstenaar die als meisje met groene zeep werd gewassen in de aanwezigheid van mannen. Omgekeerd was onbestaanbaar. Het beeld roept vragen op over de positie van de vrouw en de onderdrukking van zwarte mensen. We worden uitgenodigd om eens aan het beeld te ruiken en zo het begrip van de bedoeling van de kunstenaar een extra dimensie te geven. De diepere betekenis van sommige werken geven zich niet zomaar prijs. De kundige rondleidster was daarom een waardevolle gids bij het ontdekken van die gelaagdheid. Het was ook interessant om gewezen te worden op hoe werken onderling op elkaar waren betrokken en hoe ze pasten bij de thema’s van de verzameling. Na afloop ontving ieder een gidsje met een korte toelichting bij de kunstwerken. Het was een beetje spijtig dat veel bekende, interessante namen van wie ook werk in de collectie aanwezig is, niet te zien waren. Maar dat gaf weer meer ruimte voor kennismaking met nieuw talent. Kortom, een geslaagde rondleiding. Marion Meijer / foto's Vic Peeters

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Bezoek aan de tentoonstelling in De Pont van de kunstenaar Ragnar Kjartansson ‘Time Changes Everything‘, op 18 september
Er was veel te zien op deze tentoonstelling en het was wel prettig dat we een rondleidster hadden die wist te verduidelijken wat de kunstenaar had bedoeld met dit werk. Niet dat het werk allemaal een beetje van hetzelfde was, juist niet, het was heel divers, maar het had wel een onderliggend thema, zie de titel van de tentoonstelling We zagen bijvoorbeeld 144 kleine schilderijen die Kjartansson tijdens de Biënnale van Venetië zes maanden lang in een atelier had geschilderd met maar één onderwerp, een mannelijk model in een klein zwembroekje, in een ruimte waar gerookt en gedronken werd. In de loop van de tijd zag je het model verloederen, onderuithangen er ongezonder uitzien. Hier had de tijd dus duidelijk zijn werk gedaan. Ook zagen we op een video (duurt zes uur (!) achter elkaar) de Amerikaanse band The National het melan-cholische nummer Sorrow spelen voor een zaal vol fans. Je ziet hoe de muzikanten uitgeput raken, net als het publiek. Ik zou het niet vol gehouden hebben. Er stond ook een vrouw in een gouden glitterjurk op een ronddraaiend podium. Om de zoveel tellen slaat ze het treurige akkoord E-mineur aan op een elektrische gitaar. Alles glimt en glittert om haar heen. Volgens Kjartansson verandert de tijd alles, ook al doe je steeds hetzelfde. Het was een tentoonstelling waar je nog lang over kon napeinzen. Adly Lamers


 

 

 

 

 

 

 


 

Atelierbezoek bij beeldhouwster Beatrijs van der Weijden op 31 juli 2022
Beatrijs bewoont al ruim 30 jaar een voormalig boerderijtje nabij het centrum van Tilburg, wat ze indertijd samen met haar toenmalige echtgenoot heeft opgeknapt en omgevormd tot een idyllisch plekje. De vroegere schuur is een ruim en goed ingericht beeldhouwatelier en de royale tuin is een complete beeldentuin met haar meest recente werk. Met een flinke groep van bijna 20 personen bezochten we haar atelier. We werden ontvangen met thee, koffie of een glaasje fris op het terras voor de atelierruimte. We werden door Beatrijs rondgeleid in twee groepen.
Sinds circa 25 jaar heeft Beatrijs zich als autonoom kunstenaar volledig toegelegd op beeldhouwen. Zij werkt voornamelijk in harde steen. De weerbarstigheid van de steen is voor haar belangrijk voor het ‘goede gevoel met de steen’. Om dezelfde reden werkt ze het liefst met hamer en beitel. Machinegereedschap wordt pas ingezet als dat echt nodig is. We zagen werken in diabaas (een stollingsgesteente wat onbehandeld een groengrijze kleur heeft maar gepolijst diep groenzwart is en wat bovendien in weer en wind zijn glans en kleur behoudt), diverse marmers, dolomiet, hardsteen en ook kalksteen waaronder enkele stukken in Iraanse kalksteen, een mooi getekende bruinoranje steen. Beatrijs laat zich inspireren door wat haar bezighoudt, ze maakt vooraf een plan en een schets. Maar soms ook is de steen leidend. Ze probeert het maximale uit de steen te halen, niet alleen uit de vorm maar ook uit de afwerking. De oppervlakte kan ruw gelaten zijn, gehakt in bepaalde mate, gebouchardeerd, gezoet of gepolijst. Een en ander vaak in combinaties voor de diverse vlakken van het beeld. Een mooie afwerking was te zien bij een beeld in diabaas waarvan een vlak was voorzien van groefjes waarvan alleen het buitenste oppervlak was gepolijst. Haar werken zijn veelal non-figuratief maar tonen wel goed wat zij wil uitdrukken. Beatrijs is zeer geïnspireerd en vertelt met enthousiasme over haar werk. Ze brengt haar kennis en kunde ook graag over door het geven van workshops in haar ruime atelier en dito tuin. Ton Dolman

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoek aan de tentoonstelling ‘De ontdekking van het heden’ in het Noordbrabants Museum in Den Bosch
Veertien leden van de Kunstkring waren op deze heerlijk zonnige zondagmiddag in april naar Den Bosch gereisd om deel te nemen aan een rondleiding bij de tentoonstelling de ‘Ontdekking van het heden’. De tentoonstelling bevatte veel kunstwerken die nog niet eerder te zien waren geweest. De 90 werken waren in een zaal per periode gerangschikt. Zo kon de rondleidster ons per periode informeren over het hoe en waarom van de kunstwerken en welke maatschappelijke factoren een rol speelden bij het opkomen van kunststromingen. Ook wees zij ons erop dat er ook altijd kunstenaars waren die zich niet aan de heersende stijl van die tijd hielden. Die bijvoorbeeld toch lekker een klassiek landschap schilderden. Een exemplaar hing als contrast bij de andere werken uit die betreffende periode. We zagen ook werk van kunstenaars dat wel heel erg afweek van het werk waarmee zij later beroemd werden. Zo hing er een klein aquarelletje met blokjes in pasteltinten. Volledig abstract dus. Maar dit werk was van Carel Willink! Een wel heel vroeg werk dus dat de kunstverzamelaars toch hadden opgemerkt en gekocht. De rondleidster verzuchtte, dat toen zij op de kunstacademie zat het helemaal not done was om figuratief werk te maken. Terwijl ze wel de technieken om dat te kunnen doen hadden geleerd. Wilde je een goed cijfer krijgen dan moest je flink abstract uitpakken. Nu is figuratief weer helemaal up-to-date en kunnen kunstenaars zich weer helemaal daarop uitleven. Al met al was het een interessante tentoonstelling met een goed geïnformeerde rondleidster. Na afloop kon er ook nog een bezoek gebracht worden aan een andere tentoonstelling in het museum, over de ontwikkeling in het schilderen/afbeelden van het landschap. Daar werd dan een klassieke afbeelding gekoppeld aan een recent werk. Ook heel interessant om te zien. De middag werd afgesloten op het terras van het museum. Adly Lamers

 

 

 

 

 

 

Makersgeheimen 1ste editie en Long Live Fashion in het Textiel Museum
Marlaine Verhelst heeft een helder verhaal over alle textiel ins en outs, zij laat zien welke stappen er tussen inspiratie en eindproduct worden gezet. Soms ligt het begin bij een opdracht, soms bij een ontwerp.
Via fondsen en subsidies kunnen bijzondere ontwerpen gerealiseerd worden.
Van Koen Tazelaar kregen we een verhalend wandkleed te zien, oorspronkelijk een samen-werking tussen de Hermitage en St. Petersburg, een samenwerking die recent tot het verleden is gaan horen. Zelfs de boeken die de weefselstructuren, de bindingen en de kleurencombinatie laten zien.
Otobong Nkang (1974) kreeg een opdracht om een ontwerp te maken over vier verdiepingen van vier meter hoog, hiervoor werd een vier meter brede weefmachine aangeschaft, een verticaal beeld van diepzee tot de lucht.
Suzanne Oude Hengel legde zich toe op elastisch schoeisel, waarvan de diverse ontwikkeling-sstadis te zien zijn.
Twee jonge ontwerpers legden zich toe op de ontwikkeling van zonneschermen waarbij de textiel reageert op het licht, dit betekende een samenwerking tussen weverij, borduren, laeser-snijderij en elektronica.
Jef Montes gebruikte krullende garens die onder invloed van bijvoorbeeld regen veranderen. Op een filmpje is te zien wat dat met witte jurken doet.
Tot slot zijn er een aantal eindproducten te zien: een zonnescherm, schoenen, jurken, het wand-kleed voor de Hermitage en gepersonaliseerde breases.

Long Live Fashion
Aan deze tentoonstelling heeft de Wolkat haar bijdrage geleverd, bergen afgedankte kleding, uitgeselecteerd op kleur en op hergebruik bijvoorbeeld vilt of garens. Er is ook een pleidooi voor reparatie en voor creatief hergebruik, bijvoorbeeld van festival tentjes, met een prachtig regen-jack als resultaat.
Een inspirerende tentoonstelling die je ervan bewust maakt dat weggooien het aller allerlaatste is waar je in deze tijd aan mag denken.
Marij Schoonen

 

 

 

 

 

Rondleiding in Museum de Pont 13 november 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lustwarande 3 juli tot 3 oktober 2021

 

 

 

 

 

 


Foto's: Adly Lamers

 


Ingezonden: EKWC Centrum in Oisterwijk 2020
EKWC Centrum in Oisterwijk is een geweldig gebouw waar kunstenaars uit vele landen grote units hebben om zich bezig te houden met kunst met als resultaat een grote verscheidenheid aan keramische kunst in allerlei uitingen. Onder andere vliegdekschepen en meer militaire voertuigen.
Dan zie je ook hoe met klei kleine kunstzinnige kunstvoorwerpen gemaakt kunnen worden.
We vonden het een hele ervaring die we niet hadden willen missen. Hieronder een impressie van de expositie.
Kees en Tine den Teuling

 

 

 

 

 

 

 


Foto's: Adly Lamers

 

 

 

Tentoonstelling ‘De Nacht' in de Warande in Turnhout (België)

 

 

 


Foto's: Adly Lamers

 


 

Tentoonstelling ‘Design van het Derde Rijk’ in SM Den Bosch (recensie van André Meijer)
Onlangs zag ik de tentoonstelling ‘Design van het Derde Rijk’ in het Design Museum in Den Bosch. Ik ging er met de nodige aarzeling heen. “Moet dat nou?” en “Waarom die titel? Design (!) van het Derde Rijk”. En “Hoe zouden ze dat nu tentoonstellen?”
De laatste jaren heb ik met opzet bouwkundige en beeldende herinneringen aan het Derde Rijk bezocht in Berlijn, München en Neurenberg. Maar ook het werk en enkele tentoonstellingen van LeCorbussier en het Bauhaus, o.a. in Rotterdam, Stuttgart, Berlijn, NovaHuta en diverse plekken in Frankrijk, een stroming die als modern, functioneel en humanistisch wordt gezien.
Steeds met vragen als: Hoe uit zich een ideologie of maatschappijopvatting in esthetiek, en omgekeerd: is een bepaalde esthetiek zoals die van Riefenstahl, van de Luidpoldarena (en de stad Neurenberg zelf), of van de Ville Radieuse en het Siemensdorf een uiting van of een inspiratie voor een bepaalde ideologie geweest? Met die gedachten en vragen opnieuw in het hoofd bezocht ik de tentoonstelling in Den Bosch.
Wel, de tentoonstelling in Den Bosch brengt mij niet verder. Allerlei voorwerpen worden getoond die op zich ook in andere tentoonstellingen niet zouden misstaan. Zoals een beeld van een blote man, een schilderij van een liggend naakt, een groot houten bureau, een boek met een met hout ingelegde omslag, een bord met bestek, een gezinsauto, een jerrycan, een legerhelm, foto’s en affiches van autobahnen of een partijvlag. Esthetisch en cognitief vaak zeer acceptabel oftewel steeds overeenkomstig mijn ‘verlichte’ smaak. Ja, er wordt bij verteld dat ze werden ontworpen of gebruikt door of voor aanhangers van het Nazisme, inclusief de Führer zelf. Vaag wordt ook duidelijk dat vele voorwerpen door hun esthetiek bijdroegen aan de acceptatie destijds van de ideologie van het Derde Rijk. Maar het fascistische karakter ervan, of de gevolgen van deze voorwerpen, ontworpen voor of gebruikt door aanhangers van die abjecte ideologie van rassenhaat en dictatuur, worden niet direct of voluit duidelijk. Je moet dat halen uit de geschreven of gesproken toelichting, en dan vaak nog vaag en niet altijd.
Het meest wordt dit voor mij duidelijk bij een getoonde stafkaart van het centrum van Warschau. Op die kaart is een bepaald gebied gearceerd. Zulke kaarten kun je ook nu in alle gemeentehuizen aantreffen. Ze worden nog dagelijks getekend. Voor allerlei doeleinden. Maar hier betreft het een kaart van het getto van Warschau. De vormgeving zelf van deze kaart is in geen enkel opzicht bijzonder. Wat leert mij deze getoonde kaart dan in deze tentoonstelling over Design van het Derde Rijk? Esthetisch niets, cognitief/functioneel niets extra’s en moreel evenzeer niets. De toelichting moet de link leggen. De abjecte amoraliteit van de ideologie van het Derde Rijk wordt in deze tentoonstelling onderworpen aan de expliciete nadruk op het ontwerp en de esthetiek van de voorwerpen. Daarmee positioneert deze tentoonstelling zich voor mij naast andere designtentoonstellingen, of nog meer naast eerdere tentoonstellingen over de schilderkunst onder Stalin, zoals o.a. getoond in Assen en Brussel. Ook daar loop je de deur uit met de idee: mooie schilderijen, soms wel en soms niet overeenkomstig mijn smaak! Terwijl de wandaden van Stalin daarbij zelfs helemaal onvermeld bleven. Hier blijken die alleen uit de toelichting.
Deze tentoonstelling blijft daarmee grotendeels eendimensionaal. Zoals bediscussieerd door Marcuse in het voorbeeld van de ‘schone atoombom’. Of ook in ‘de banaliteit van het kwaad’ door Hannah Ahrendt. Of bij Susan Sonntag waar zij zegt dat de foto- en filmcamera niet neutraal zijn omdat beiden uitnodigen tot poseren. Net als in onze tijd Facebook en Instagram. Met andere woorden, ik - iemand die twee keer Auschwitz heeft bezocht - ben nog niet toe aan een eendimensionale, esthetische tentoonstelling over ‘Duitse voorwerpen tijdens het Derde Rijk’. Misschien kom ik terug bij een tentoonstelling over ‘het Derde Rijk en haar gebruik en misbruik van design’. Dat zal ongetwijfeld een andere tentoonstelling worden.
Bij het verlaten van de tentoonstelling in Den Bosch wordt je evenwel ‘gelukkig’ (??) wel meteen geconfronteerd met de morele en ware gevolgen van de ideologie en het ontwerp VAN het Derde Rijk: op de synagoge tegenover de uitgang hangt een plaquette met de namen van de vele joden die uit Den Bosch zijn weggevoerd naar o.a. Auschwitz en nooit zijn teruggekeerd. De in de tentoonstelling getoonde voorwerpen zelf hebben daar geen schuld aan maar het maakt hen niet onschuldig. Ze zijn elk op zich getuigen. Zoals voor Armando de bomen en het bos bij Amersfoort getuigen waren van een gruwelijke oorlog. Hij kon ze slechts in zwart schilderen. Alleen de plaquette buiten blijft me daarom bij. Een getuige van het Derde Rijk in passend zwart!
André Meijer

 


naar
Archief
Terug
blik op
2017- 2020